Thumbnail pagina

Golf en Biodiversiteit

Damme 1

Golfbanen: bondgenoten in biodiversiteit

Een nieuwe wetenschappelijke studie van de Vrije Universiteit Brussel ism de Plantentuin Meise in Damme Golf & Country Club bevestigt nogmaals dat golfbanen met ecologisch beheer daadwerkelijk een belangrijke rol spelen voor de biodiversiteit in Vlaanderen.

Golfbanen worden vaak gezien als strakke sportinfrastructuur met gemillimeterd gras maar dat beeld strookt al lang niet met de realiteit op het terrein. Minder dan een derde van een golfbaan bestaat uit de feitelijke spelzone (greens, tees en fairways). De rest is landschap en open ruimte bestaande uit graslanden, ruigtes, bosranden, poelen en andere biotopen die kansen bieden aan fauna en flora. Dat werd al meermaals aangetoond en nu dus opnieuw in deze nieuwe studie.

Sleutelbloem

Sleutelbloemen op de golfbaan in Damme

In de studie (Triest & Van Rossum, 2025) werd onderzocht of sleutelbloemen (Primula vulgaris), een in Vlaanderen zeldzame soort die bedreigd wordt door landbouw, verdroging en versnippering, succesvol konden worden geïntroduceerd op een golfbaan. Tussen 2007 en 2013 werden vijf locaties binnen de Damme Golf & Country Club geselecteerd voor herintroductie van de soort langs bosranden en slootkanten. Vandaag, 2025, zijn de resultaten bekend en deze zijn ronduit positief:

  • De sleutelbloempopulaties op de golfbaan verdubbelden bijna in grootte.
  • De genetische diversiteit van de nieuw gevormde populaties was vergelijkbaar met die van wilde, resterende populaties.
  • De planten vormden een functioneel netwerk voor bestuiving en voortplanting, met verbeterde pollenflow tussen populaties Primula in Golf Damme_
  • Een duidelijke indicator dat er geen sprake is van overbemesting of overmatig pesticiden gebruik.

De studie toont aan dat recreatieve infrastructuren zoals golfbanen — mits ecologisch beheerd — waardevolle schakelgebieden zijn voor biodiversiteit - Em. Prof Dr. Ludwig Triest (VUB en ULB) & Dr. Fabienne Van Rossum (Meise Botanic Garden)

Damme Golf & Country Club die jarenlang de onderzoeker steunden dragen hun slogan, Golf & Nature Together, terecht met trots.

Ecologisch potentieel van golfbanen

De praktijk in Damme is geen uitzondering. Veel golfbanen in Vlaanderen hebben:

  • Voedselarme bodems, geschikt voor kwetsbare flora;
  • Structuurrijke habitats met overgangen tussen graslanden, hagen, bosranden en waterpartijen;
  • Uitgestrekte zones buiten spel (roughs) waar fauna en flora weinig verstoord worden;
  • Beheer op maat, dat natuurdoelen combineert met sportieve noden.

De studie van Em. Prof Dr. Ludwig Triest (VUB en ULB) en Dr. Fabienne Van Rossum (Meise Botanic Garden) bewijst dat met doordacht beheer golfterreinen grote ecologische waarde kunnen hebben. Voor beleidsmakers biedt dit perspectieven: recreatie en natuurbehoud hoeven niet met elkaar in conflict te zijn. Integendeel, ze kunnen elkaar versterken.

Golf Vlaanderen ondersteunt haar clubs hierbij via het Kompas Duurzaamheid Golf, een begeleidingstraject waarbij golfclubs acties formuleren rond verschillende duurzaamheidsdoelstellingen zoals oa. waterbeheer, energie, biodiversiteit en welzijn.

Golfbanen fungeren zo als ecologische stepping stones in versnipperde landschappen, iets wat vooral in Vlaanderen van cruciaal belang is. Dat is ook het geval in andere clubs en in gans Vlaanderen. Om dat aan te tonen geven we nog andere cases mee.

De case in Damme sluit perfect aan bij de Golfvlaanderen visie: golf is een recreatieve ruimte die méér doet dan enkel sport faciliteren, ze draagt actief bij aan een ecologisch landschap”- Marc Verneirt (Algemeen directeur van GV en zelf Ms. Biologie).

Ook de Plantentuin Meise publiceerde een mooi artikel over deze studie: [Science News] - Wanneer een golfbaan helpt om een bedreigde plant te redden | Plantentuin Meise

Conclusie: golfbanen zijn bondgenoten in natuur- en klimaatbeleid

Van Damme tot Koksijde, van De Haan tot Tervuren: de gegevens zijn glashelder. Golfbanen in Vlaanderen leveren aantoonbare, structurele bijdragen aan biodiversiteit en klimaatbestendigheid — veel meer dan hun imago doet vermoeden.

Geen overbemesting. Geen overmatige pesticiden. Geen verhard betonlandschap.
Wel: zeldzame soorten, structuurrijke habitats, bloemrijke roughs, poelen, hagen, heidezones — en een doordacht beheer dat ecologie en recreatie verzoent.

De karikatuur van strak gemaaid gras en pesticidengebruik is achterhaald. In de praktijk bestaat een golfterrein uit een mozaïek van leefgebieden voor planten, insecten, amfibieën, reptielen en vogels. De waarnemingen en onafhankelijke studies spreken voor zich: sleutelbloem, gladde slang, kleine woudaap, bokkenorchis, vleermuizen, zeldzame insecten, amfibieën en reptielen. Deze soorten zijn indicatoren en komen enkel voor waar er géén overbemesting, géén pesticiden en géén structurele verstoring is — maar wel schrale bodems, open vegetatiestructuur en ecologisch beheer.

Bovendien zijn golfbanen ook klimaatbondgenoten. Ze verkoelen steden en dorpen tijdens hittegolven, ze vangen regenwater op via infiltratie en waterbuffers, ze voorkomen verdroging door bodemstructuur en vegetatiebeheer en ze vergroenen het landschap in samenhang met hun omgeving.

Slechts één derde van een golfbaan is speloppervlakte. De rest functioneert als natuurlijke ruimte — vaak rustiger, gevarieerder en ecologisch waardevoller dan het omliggende landschap. Golfbanen combineren recreatie, landschap, ecologie en klimaatadaptatie. Ze tonen dat ook sportinfrastructuur een volwaardige rol kan spelen in het ruimtelijk en ecologisch beleid van Vlaanderen.

Slang

Case 1: Royal Limburg Golf – Natuur in het hart van Ten Haagdoornheide

Royal Limburg Golf ligt niet zomaar in het groen: de baan slingert zich door het waardevolle natuurgebied Ten Haagdoornheide in Houthalen-Helchteren. Deze golfclub toont hoe sport en natuurbeheer hand in hand kunnen gaan. Sinds 2018 werden grote inspanningen geleverd om het heidelandschap te herstellen en versterken:

  • Meer dan 25.000 heideplanten werden geplant;
  • Verspreiding van heidestrooisel om natuurlijke zaadbanken te stimuleren;
  • Inrichting van duinstructuren en uitbreiding van droge heidevelden;
  • Een beheer dat inzet op natuurversterking, met minder bemesting en zonder overmatig pesticidegebruik.

De golfbaan komt hiermee steeds beter in harmonie met het omliggende natuurreservaat.

Een van de opvallendste successen is de terugkeer van de gladde slang (Coronella austriaca), een zeldzame, niet-giftige reptielensoort die gebaat is bij warme, open plekken met lage vegetatie en schuilmogelijkheden.

Op de foto hierboven, genomen op het terrein, zien we een jonge gladde slang op de rand van een fairway – een krachtig symbool van het succes van gericht natuurbeheer binnen sportinfrastructuur.

De golfbaan fungeert als ecologische corridor tussen heidevlakten, dennenbossen en open zandige zones; Inheemse soorten zoals lijsterbes, sleedoorn en hazelaar in hagen en bosranden creëren schuilplaatsen en voedselplekken voor insecten, vogels en kleine zoogdieren.

Afbeelding1

Case 2: Golfpark Tervuren – Biodiversiteit op de fairway

Golfpark Tervuren toont hoe een golfbaan niet alleen een groene buffer is, maar actief kan bijdragen aan natuurherstel. In samenwerking met regionale en Vlaamse partners wordt het terrein ingericht als schakelgebied voor oa. het Vliegend Hert.

Het vliegend hert (Lucanus cervus) is een van de meest iconische kevers van Europa — én een van de zeldzaamste in Vlaanderen. In het kader van het Plan Vliegend Hert, opgezet door Regionaal Landschap Dijleland en het Agentschap voor Natuur en Bos, werd Golfpark Tervuren ingericht als verbindingsgebied tussen het Zoniënwoud en omliggend agrarisch landschap.

Concreet:

  • Vier broedhopen met dood hout werden aangelegd als voortplantingsplek;
  • 1.700 inheemse bomen en struiken (zoals hazelaar en meidoorn) werden aangeplant voor bosrandstructuur;
  • Dit creëert niet alleen kansrijke habitat voor het vliegend hert, maar ook voor tal van andere saproxylen (houtbewonende insecten).

Amfibieënproject: een thuis voor de vroedmeesterpad

De vroedmeesterpad (Alytes obstetricans) is een kleine, zeldzame pad die in Vlaanderen sterk onder druk staat. Golfpark Tervuren biedt een antwoord via gerichte maatregelen:

  • Twee bestaande poelen werden heringericht met flauwe oevers en natuurlijke overgangen;
  • Een nieuwe poel werd aangelegd, passend in het terrein;
  • Vijf voortplantingsbakken met natuurstenen schuilplaatsen ondersteunen de voortplanting van deze soort én van andere amfibieën zoals de kleine watersalamander en gewone pad.

Golfpark Tervuren is daarmee een voorbeeld van hoe ook kleinere golfbanen een rol kunnen spelen in geïntegreerde gebiedsontwikkeling, waarbij natuur en recreatie niet tegenover elkaar staan, maar elkaar versterken.

Vleermuis

Case 3 : De Brabantse Golf – Toevluchtsoord voor biodiversiteit

De Brabantse Golf in Melsbroek is meer dan een sportieve ontmoetingsplaats: het domein fungeert als belangrijke ecologische schakel in de Brusselse rand. In samenwerking met o.a. Natuurpunt Studie, de Vleermuizenwerkgroep, en diverse specialisten werd het terrein ecologisch doorgelicht – met verrassende resultaten.

Tijdens een gerichte batdetector-inventarisatie werden op één enkele nacht meer dan 3.000 vleermuizen geregistreerd, verdeeld over meerdere soorten bron: Natuurpunt, 2021:

  • De bosvleermuis (Nyctalus leisleri) – een Europees beschermde soort;
  • De ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) – zeer zeldzaam in Vlaanderen.

Deze soorten maken gebruik van de Brabantse Golf als foerageergebied en verbindingszone tussen het Zoniënwoud, het Houtembos en andere omliggende groengebieden. De combinatie van open ruimte, waterelementen en beperkte lichtverstoring blijkt ideaal.

De Brabantse Golf bewijst dat ook in stedelijke of voorstedelijke contexten golfbanen belangrijke natuurfuncties kunnen vervullen. Door in te zetten op monitoring, samenwerking met experten en gericht beheer, fungeert het domein als biodivers toevluchtsoord én als verbindingszone in een versnipperd landschap.

Bijenorchis

Case 4: Golfclub Beveren – Biodiversiteit tussen haven en heide

Gelegen in de unieke overgangszone tussen polder, haven en natuur, bewijst Golfclub Beveren (9 holes) dat ook kleinere golfinfrastructuur ruimte kunnen maken voor biodiversiteit. Dankzij doelgerichte maatregelen en slim terreinbeheer floreren zowel orchideeën als amfibieën in en rond het golfterrein.

In de ruige vegetatiezones rondom de fairways, waar het maaibeheer bewust gefaseerd en extensief gebeurt, zijn spontane wilde orchideeën waargenomen. Volgens Natuurpunt komen op Vlaamse golfbanen zoals Beveren onder meer de volgende soorten voor:

  • Gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata)
  • Rietorchis (Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa)
  • Bijenorchis (Ophrys apifera) – zeldzaam maar mogelijk op voedselarme, zonnige plekken.

Deze soorten gedijen dankzij het beheer van heideachtige graslanden en extensieve maaizones – biotopen die buiten klassieke natuurgebieden zeldzaam geworden zijn.

De golfclub telt meerdere visvrije poelen en vochtige zones waar amfibieën als de rugstreeppad, gewone pad, bruine kikker en kleine watersalamander voorkomen. Natuurvriendelijke ingrepen bevorderen hun voortplanting:

  • Zachte oevers en aflopende kanten;
  • Oevervegetatie en waterplanten voor schuilplaatsen en zonning;
  • Geen vissen in de poelen, waardoor larven veilig kunnen ontwikkelen.

Deze waterzones zijn geen toevallige plassen, maar structureel beheerde biotopen. De dieren keren jaar na jaar terug — een teken van functioneel habitat.

Golfclub Beveren toont dat zelfs in een industriële context, natuurbeheer en sport kunnen samengaan. De spontane aanwezigheid van wilde orchideeën én het succesvolle beheer voor amfibieën bewijst dat biodiversiteit floreert wanneer natuur bewust een plek krijgt.

Woudaap

Case 5: Golf ter Hille (Koksijde) – Een paradijs voor vogels

Aan de rand van duinen, polders en wetlands bewijst Golf ter Hille dat een golfbaan méér is dan een sportlocatie. Dankzij het werk van Jan Flachet, gepassioneerd golfer én vogelaar, werd het terrein zorgvuldig geïnventariseerd en beschreven als een levend natuurgebied. In zijn boek “Een paradijs voor vogels” beschrijft Flachet tientallen waarnemingen van bijzondere vogels en planten.

De golfbaan telt verschillende waterpartijen, rietzones en oeverstructuren die bijzondere vogels aantrekken, waaronder:

  • IJsvogel: in samenwerking met de greenkeepers werd een ijsvogelwand aangelegd — een verticale oeverwand waarin deze kleurrijke soort veilig kan broeden;
  • Visarend: deze indrukwekkende roofvogel wordt geregeld gezien boven de vijvers van het terrein;
  • Wulpen, fuut, zwanen en zangvogels: deze soorten maken frequent gebruik van de oeverzones en graslanden van de golfbaan.

De kroon op het werk: de kleine woudaap (Ixobrychus minutus)
Flachet beschrijft de kleine woudaap als hét bewijs van de ecologische waarde van het terrein:

  • Deze zeldzame, uiterst schuwe reigersoort broedt in rietmoerassen;
  • Dankzij oeverzones met stilstaand water, rietkragen en weinig verstoring heeft de soort hier een geschikt broedbiotoop gevonden;
  • De karakteristieke “boe-boe”-roep weerklinkt volgens Flachet soms vanuit het riet — zelfs zonder de vogel te zien.

“De aanwezigheid van de kleine woudaap is de kroon op het natuurbeheer van Golf ter Hille.”
— Jan Flachet, Een paradijs voor vogels

Ook qua flora scoort de site hoog. In de ruigtes langs fairways bloeien in het voorjaar spontaan wilde orchideeën. Dankzij natuurvriendelijke oeverbeheer en herinrichting van wetlands, ontstaat een geschikte habitat voor kwetsbare planten en insecten.

Het werk van Jan Flachet toont overtuigend aan dat Golf ter Hille dankzij doelgericht beheer en observatie is uitgegroeid tot een waardevol natuurgebied. De aanwezigheid van soorten als de kleine woudaap, ijsvogel en orchideeën getuigt van een doordachte aanpak, waarbij biodiversiteit hand in hand gaat met recreatie.

Bokkenorchis

Case 6: Royal Ostend Golf Club – Duinnatuur van internationaal belang

Tussen zee, duinen en dorp vormt Royal Ostend Golf Club in De Haan niet alleen een historische sportlocatie, maar ook een botanisch en ecologisch waardevol natuurgebied. De flora- en vegetatiestudie van Provoost, Van Gompel & Vercruysse (2018) toont aan dat het terrein bij de meest waardevolle kustduingebieden van Vlaanderen hoort.

“De golf van De Haan heeft op botanisch vlak heel wat te bieden. De ecologische waarden zijn in hoofdzaak te vinden in de gemaaide roughs, die tot de soortenrijkere duingraslanden van onze kust kunnen gerekend worden.”
— Provoost et al., 2018

Deze gemaaide roughs, buiten de spelzones, bevatten zeldzame vegetatietypen zoals:

  • Grijze duinen (EU-habitattype 2130), met mossen, pioniersoorten en kalkminnende planten;
  • Soortenrijk duingrasland, met ruwe klaver en bokkenorchis;
  • Kalkrijke graslanden die elders in Vlaanderen haast verdwenen zijn.

“In totaal werden de voorbije 15 jaar 51 aandachtssoorten vaatplanten op de golf gekarteerd. Dat is een groot aantal, vergelijkbaar met bijzondere gebieden zoals de oude duinen van Cabour of de Oostvoorduinen.”
— Provoost et al., 2018

Royal Ostend herbergt bovendien de grootste populaties van ruwe klaver en bokkenorchis aan de kust én binnen Vlaanderen.

Hoewel de studie focust op flora, stellen de auteurs expliciet: “We kunnen er van uit gaan dat ook de fauna van de duingraslanden heel wat te bieden heeft, bijvoorbeeld op het vlak van plantenbezoekende insecten.”

Dat maakt van de golfbaan een potentiële hotspot voor bijen, vlinders, sprinkhanen en andere insecten, gebonden aan open, voedselarme milieus.

De conclusie van het onderzoek is duidelijk:

“De ecologische waarde van het golfterrein overstijgt het lokale en levert ook op regionaal en zelfs internationaal niveau een bijdrage aan het netwerk van natuurgebieden en populaties van bijzondere soorten.”
— Provoost et al., 2018

Dit betekent dat Royal Ostend Golf Club niet zomaar een groene ruimte is, maar een strategisch waardevol natuurgebied binnen de kustecologie van Vlaanderen.

Dankzij het behouden van ruige zones, niet-bemeste graslanden en ecologisch maaibeheer, slaagt Royal Ostend Golf Club erin om topnatuur van Europees belang te behouden. De combinatie van recreatie, erfgoed en natuurbeheer toont hoe golfbanen kunnen functioneren als volwaardige partners in het behoud van onze kustduinen.

Mombach fg18

Case 7: Royal Latem Golfclub – Biodiversiteit op arme zandgronden

De Royal Latem Golfclub in Sint-Martens-Latem bevindt zich op voedselarme zandgronden die van nature geschikt zijn voor soortenrijke, schrale vegetaties. Uit recente floristische inventarisaties (INBO, 2023) en biotopenkartering blijkt dat het terrein:

  • Grote oppervlaktes omvat die zijn aangemerkt als biologisch waardevol of zelfs zeer waardevol;
  • Een brede waaier aan schraalminnende plantensoorten herbergt, waaronder klein vogelpootje (Ornithopus perpusillus), bochtige smele (Avenella flexuosa), liggend walstro (Galium saxatile) en schapenzuring (Rumex acetosella) — typische indicatoren van droge, stikstofarme omstandigheden;
  • Structuurrijke habitats bevat zoals ruig grasland, open zandplekken, zoomvegetatie en jonge opslag.

Deze vegetatie ontwikkelt zich dankzij een gericht en natuurvriendelijk beheer:

  • Geen bemesting in ecologische zones buiten spel;
  • Maaibeheer met afvoer van maaisel om verarming te behouden;
  • Beperkt gebruik van machines en geen chemische middelen;
  • Ruimte voor spontane vegetatieontwikkeling en zonbeschenen overgangen tussen gras, ruigte en struweel.

Naast zeldzame planten werd op of vlak bij het terrein ook een bijzondere sprinkhaansoort waargenomen: de snortikker (Oecanthus pellucens). Deze soort werd vermeld in de studie van Adriaens et al. (2013), die verspreidingsgegevens van zeldzame soorten en habitats in Oost-Vlaanderen analyseerde:

“Snortikker (Oecanthus pellucens), een zeldzame veldsprinkhaan werd vastgesteld in de Royal Latem Golfclub – een opvallende waarneming in het kader van zijn noordelijke verspreidingsgrens en habitatbehoeften.”— Adriaens et al., 2013,

De combinatie van zeldzame planten én gevoelige insecten bewijst dat Royal Latem Golfclub ecologisch waardevolle structuren bevat die zonder bemesting, pesticiden of overbeheer zijn kunnen ontstaan én standhouden. Dit bevestigt opnieuw: golfbanen kunnen — als ze verantwoord beheerd worden — een actieve rol spelen in het behoud van biodiversiteit op regionaal niveau.

Referentielijst